Botbreuken bij het paard zijn altijd heftig en zonder enige twijfel spoed. Door de kracht die een paard heeft, kan het paard zichzelf of een ander dusdanig verwonden dat er een bot breekt. Dit kan gebeuren tijdens een val of tijdens een rare bokkesprong. Maar het kan ook gebeuren als een paard bekneld is geraakt. Deze paarden gaan vaak vechten om weer vrij te komen, met alle gevolgen van dien. Als een paard bekneld zit, dan is het heel belangrijk om te letten op je eigen veiligheid! Ga niet zomaar sjorren aan een paard, want een paard kan als hij het gevoel krijgt dat hij los aan het komen is, weer gaan vechten. Hij slaat dan niet alleen met het vastzittende been, maar ook met de overige benen. Bel bij beknelling altijd deskundige hulp.
Aanrijdingen van losgebroken paarden komen helaas ook nog regelmatig voor. Dit geeft vaak dubbel leed, niet alleen het paard is vaak zwaar gewond, ook de bestuurder van de getroffen auto kan hierbij gewond raken. Voorkomen is ook hier beter dan genezen, dus check regelmatig de omheining, het hekwerk en de stal op deugdelijkheid.
Open beenbreuken zijn bij een paard altijd reden om het dier te laten inslapen. Deze breuken hebben namelijk een zeer slechte prognose. Gesloten beenbreuken, die niet in het gewricht uitkomen, kunnen afhankelijk van de locatie gegipst of geopereerd worden. Maar de prognose blijft dubieus. Bij het geringste vermoeden van een breuk, dient het paard te blijven staan waar hij staat en moet er met spoed een dierenarts komen. Deze zal dan ter plekke beoordelen of het paard naar een kliniek toe moet of dat het direct uit zijn lijden moet worden verlost. Als het naar een kliniek moet worden vervoerd, dan wordt er een dik spalkverband aangelegd voor het transport. Dit spalkverband omvat ook de beide aangrenzende gewrichten.
Koliek
Koliek bij een paard kan zich op verschillende manieren uiten. Het kan variëren van wat onrustig krabben, omkijken naar de buik tot onbenaderbaar rollen en laten vallen. Zoals al eerder vermeld in dit stuk, denk ook bij koliek aan je eigen veiligheid. Als een paard hele heftige koliek heeft, waarbij het om zich heen slaat en waarbij het zich laat vallen, zorg er dan voor dat je niet geraakt kunt worden en zorg ervoor dat de vluchtroute vrij is. Dus geen box sluiten als je bij een paard met koliek de box instapt. Ook is het uiterst onverstandig om bij een paard met koliek in de trailer te blijven, tijdens transport naar een kliniek. Als de dierenarts is gebeld, kun je in afwachting van diens komst met het paard gaan lopen. Dit stimuleert de motiliteit van de darmen en voorkomt dat het paard zich kan beschadigen tijdens het rollen. Maar als de koliek dusdanig heftig is, dat hij continu wil gaan liggen rollen, laat hem dan in de box of in de rijbak. De dierenarts zal de situatie beoordelen aan de hand van het algemeen beeld, de hartslag, de kleur van de slijmvliezen en de darmgeluiden. Eventueel wordt het paard rectaal opgevoeld. Aan de hand hiervan zal hij of zij besluiten of het paard alleen een darmverslappende injectie nodig heeft of dat het paard ook paraffine via de neus moet krijgen. Het kan ook zo zijn, dat het paard direct naar een kliniek moet. Vooral als een draaiing van de darmen wordt vermoed. Gelukkig is er bij het merendeel van de koliekgevallen sprake van kramp-/gaskoliek. Deze is meestal met een eenmalige darmverslappende injectie te verhelpen.
Uitputting en hitteshock
Hitteshock en uitputting ontstaan bij oververhitting van het paard na het leveren van grote inspanningen. Hitteshock ontstaat doordat het lichaam door arbeid meer wordt verhit, dan dat het kan afkoelen. Dit gebeurt met name tijdens het leveren van zware arbeid bij warm en vochtig weer. Hierdoor is het moeilijker voor het paard om via zweten voldoende af te koelen. Het zweet verdampt dan niet voldoende snel, waardoor er te weinig warmte aan de omgeving kan worden afgegeven. Het lichaam gaat nog meer zweten met als gevolg dat er veel vocht en zouten verloren gaan. Hierdoor raakt het paard uitgeput. Bij teveel zoutverlies, vermindert ook het dorstgevoel bij het paard. Hierdoor vult het paard niet meer aan wat het nodig heeft aan vocht. De doorbloeding van de huid en spieren komt hierdoor in gevaar. Het afkoelproces raakt zo nog verder verstoord en de spieren verzuren. Paarden met uitputting en hitteshock hebben een lichaamstemperatuur van boven de 40°C, zweten niet meer ondanks de hoge temperatuur, vertonen een oppervlakkige ademhaling met hoge frequentie, dronkemansgang, zijn koliekerig en de opgenomen huidplooi in de hals blijft meer dan 5 sec.staan. De slijmvliezen kunnen paars zijn in plaats van roze.