EHBO BIJ PAARDEN

Wie met paarden omgaat, wordt vroeg of laat geconfronteerd met een spoedgeval. Vaak zijn de echte spoedgevallen bij een paard ook nog eens vrij heftig. Een paard dat pijn heeft, kan namelijk flink om zich heen slaan en daardoor onbenaderbaar zijn. Bij spoedgevallen staat de eigen veiligheid en die van de omstanders altijd voorop. Overzie eerst de situatie en ga dan pas handelen. Hiermee voorkom je dat je jezelf in een benarde positie brengt. Regel zo spoedig mogelijk deskundige hulp en hou mensen zonder kennis van zaken op afstand, zodat ze geen hulpverleners in de weg lopen.

Voordat je weet hoe je moet handelen, is het belangrijk om te weten hoe een gezond paard eruit ziet. Ook is het belangrijk om de belangrijkste spoedgevallen te herkennen en te erkennen.

Een gezond paard is attent, heeft een glanzende vacht, kijkt helder uit zijn ogen, is goed doorvoed en heeft roze slijmvliezen. Een normale ademhaling van het paard heeft een frequentie van 8-12 per minuut. De hartslag is 28-40 per minuut. Deze kun je opmeten door met de stethoscoop te luisteren naar het hart. Maar je kunt het ook aan de onderkaak bepalen door te voelen aan een vrij dik bloedvat net aan de binnenzijde van de onderkaak, daar waar de onderkaak van breed naar smal gaat.

Opnemen van de pols aan de kaak

De normaaltemperatuur van een paard zit tussen de 37.4 en 38.0 ° C. Deze is rectaal op te nemen met een digitale thermometer. Een inschatting van de vochtbalans kan verkregen worden, door een huidplooi van de hals op te pakken. Deze moet vlot verstrijken als de plooi wordt losgelaten.

gezond paard:
attent, goed doorvoed, glanzende vacht

Ongezond paard:
dor in het haar en vermagerd

Er zijn verschillende soorten spoedgevallen bij het paard. Je kunt te maken krijgen met verwondingen aan het hoofd, lijf of ledematen. Maar ook koliek, uitputting, niet vorderende geboorte van een veulen, complicaties na castreren, nageltred en spierbevangenheid zijn spoedgevallen. Naast deze aandoeningen zijn er ook nog diverse andere aandoeningen die niet directe spoed zijn, maar waar niet mee mag worden gewacht om erger te voorkomen. Voorbeelden hiervan zijn hoefbevangenheid, zoolzweer, maanblindheid en droes.

Er zijn verschillende soorten spoedgevallen bij het paard. Je kunt te maken krijgen met verwondingen aan het hoofd, lijf of ledematen. Maar ook koliek, uitputting, niet vorderende geboorte van een veulen, complicaties na castreren, nageltred en spierbevangenheid zijn spoedgevallen. Naast deze aandoeningen zijn er ook nog diverse andere aandoeningen die niet directe spoed zijn, maar waar niet mee mag worden gewacht om erger te voorkomen. Voorbeelden hiervan zijn hoefbevangenheid, zoolzweer, maanblindheid en droes.

Verwondingen bij het paard
Doordat het paard een vluchtdier is, kan het bij het wegspringen voor gevaar een verwonding oplopen. Deze verwondingen zitten meestal aan de benen. Maar verwondingen aan het hoofd komen ook veelvuldig voor. Door uitstekende scherpe randen kunnen paarden lelijke winkelhaken aan hun hoofd oplopen. Wonden aan het hoofd of aan het lijf genezen over het algemeen vrij goed. Vooral aan het hoofd loont het zeker de moeite om ze te hechten, ook als ze al wat ouder lijken. Met name ooglidverwondingen proberen we altijd te hechten vanwege de beschermende functie van het ooglid.

Pony gebeten door hond: gehecht

Pony gebeten door hond:
gehecht en na 3 weken al een goed resultaat

Wonden aan de benen zijn een ander verhaal. Door de beweeglijkheid van de benen, krijgen wonden vaak niet de kans om goed te genezen. Daarnaast staan paarden erom bekend dat ze niet zo’n goede wondgenezing hebben. Bij verse wonden wordt er indien mogelijk getracht om ze te hechten. Maar als blijkt dat bijvoorbeeld de buigpezen of een gewricht is beschadigd, dan moet goed worden bekeken door een dierenarts of het nog zinvol is om het paard verder te behandelen. Er kan in een dergelijk geval ook worden besloten om niet te hechten, maar direct door te sturen naar een kliniek. Hier zal het paard dan verder behandeld worden. Voor het transport wordt het been wel verbonden.

Wond been: draadwond, waarbij de buigpezen ernstig beschadigd bleken te zijn
gebeten door hond: gehecht

Een wond die wel ter plekke gehecht kan worden, wordt na het hechten onder het verband gezet. Dit verband zorgt voor enige immobilisatie, is vuilwerend en geeft tegendruk bij bloedingen. Daarnaast voorkom je door deze tegendruk ook de vorming van overvloedig wildvlees. Een paard wat een been in het verband heeft, krijgt absolute boxrust. Als de wond niet meer vers is (ouder dan 8 uur), dan zal door de dierenarts beoordeeld moeten worden of het opgefrist kan worden en alsnog gehecht of dat het alleen onder het verband komt. Maar er kan ook worden overwogen om geen verband aan te brengen. Een gehechte wond kan na 7 tot 10 dagen deels of geheel weer openbarsten door teveel druk of door infectie. Zaak is dan om de wond toch onder verband te houden om teveel wildvleesvorming te voorkomen. In dit stadium wordt er vaak voor een zalfverband gekozen. Als er toch wildvlees ontstaat, dan kan dat worden bijgesneden tijdens de verbandwissels. Zo worden de wondranden niet verder belemmerd om naar elkaar toe te groeien.

Als je paard een wond heeft op zijn lichaam, spuit er dan vooral geen blauwe spray of enig andere spray op. Het overzicht op de wond gaat verloren en het belemmert het hechten. Ook remt het de wondgenezing. Wel kan men de wond afspoelen met een zachte straal water. Let daarbij op dat je de straal niet recht in de wond richt. Bij veel bloedverlies is het belangrijk om onderscheid te maken tussen een slagaderlijke bloeding en een aderlijke bloeding. Bij een slagaderlijke bloeding spuit het bloed er met stoten uit en bij een aderlijke bloeding stroomt het er rustig uit. In het geval van een slagaderlijk bloeding moet het been tussen de wond en het hart worden afgebonden. Dit kan bijvoorbeeld met een riem, die verder wordt aangedraaid met een stok o.i.d. Bij een aderlijke bloeding is tegendruk geven met behulp van een schone doek afdoende. In de tussentijd dient de dierenarts gebeld te worden.

Haflinger met grote wond voorzijde boeg:erg belangrijk dat op wonden bij paarden nìet wordt gespoten met blauwe spray

Botbreuken bij het paard zijn altijd heftig en zonder enige twijfel spoed. Door de kracht die een paard heeft, kan het paard zichzelf of een ander dusdanig verwonden dat er een bot breekt. Dit kan gebeuren tijdens een val of tijdens een rare bokkesprong. Maar het kan ook gebeuren als een paard bekneld is geraakt. Deze paarden gaan vaak vechten om weer vrij te komen, met alle gevolgen van dien. Als een paard bekneld zit, dan is het heel belangrijk om te letten op je eigen veiligheid! Ga niet zomaar sjorren aan een paard, want een paard kan als hij het gevoel krijgt dat hij los aan het komen is, weer gaan vechten. Hij slaat dan niet alleen met het vastzittende been, maar ook met de overige benen. Bel bij beknelling altijd deskundige hulp.

Aanrijdingen van losgebroken paarden komen helaas ook nog regelmatig voor. Dit geeft vaak dubbel leed, niet alleen het paard is vaak zwaar gewond, ook de bestuurder van de getroffen auto kan hierbij gewond raken. Voorkomen is ook hier beter dan genezen, dus check regelmatig de omheining, het hekwerk en de stal op deugdelijkheid.

Open beenbreuken zijn bij een paard altijd reden om het dier te laten inslapen. Deze breuken hebben namelijk een zeer slechte prognose. Gesloten beenbreuken, die niet in het gewricht uitkomen, kunnen afhankelijk van de locatie gegipst of geopereerd worden. Maar de prognose blijft dubieus. Bij het geringste vermoeden van een breuk, dient het paard te blijven staan waar hij staat en moet er met spoed een dierenarts komen. Deze zal dan ter plekke beoordelen of het paard naar een kliniek toe moet of dat het direct uit zijn lijden moet worden verlost. Als het naar een kliniek moet worden vervoerd, dan wordt er een dik spalkverband aangelegd voor het transport. Dit spalkverband omvat ook de beide aangrenzende gewrichten.

Koliek
Koliek bij een paard kan zich op verschillende manieren uiten. Het kan variëren van wat onrustig krabben, omkijken naar de buik tot onbenaderbaar rollen en laten vallen. Zoals al eerder vermeld in dit stuk, denk ook bij koliek aan je eigen veiligheid. Als een paard hele heftige koliek heeft, waarbij het om zich heen slaat en waarbij het zich laat vallen, zorg er dan voor dat je niet geraakt kunt worden en zorg ervoor dat de vluchtroute vrij is. Dus geen box sluiten als je bij een paard met koliek de box instapt. Ook is het uiterst onverstandig om bij een paard met koliek in de trailer te blijven, tijdens transport naar een kliniek. Als de dierenarts is gebeld, kun je in afwachting van diens komst met het paard gaan lopen. Dit stimuleert de motiliteit van de darmen en voorkomt dat het paard zich kan beschadigen tijdens het rollen. Maar als de koliek dusdanig heftig is, dat hij continu wil gaan liggen rollen, laat hem dan in de box of in de rijbak. De dierenarts zal de situatie beoordelen aan de hand van het algemeen beeld, de hartslag, de kleur van de slijmvliezen en de darmgeluiden. Eventueel wordt het paard rectaal opgevoeld. Aan de hand hiervan zal hij of zij besluiten of het paard alleen een darmverslappende injectie nodig heeft of dat het paard ook paraffine via de neus moet krijgen. Het kan ook zo zijn, dat het paard direct naar een kliniek moet. Vooral als een draaiing van de darmen wordt vermoed. Gelukkig is er bij het merendeel van de koliekgevallen sprake van kramp-/gaskoliek. Deze is meestal met een eenmalige darmverslappende injectie te verhelpen.

Uitputting en hitteshock
Hitteshock en uitputting ontstaan bij oververhitting van het paard na het leveren van grote inspanningen. Hitteshock ontstaat doordat het lichaam door arbeid meer wordt verhit, dan dat het kan afkoelen. Dit gebeurt met name tijdens het leveren van zware arbeid bij warm en vochtig weer. Hierdoor is het moeilijker voor het paard om via zweten voldoende af te koelen. Het zweet verdampt dan niet voldoende snel, waardoor er te weinig warmte aan de omgeving kan worden afgegeven. Het lichaam gaat nog meer zweten met als gevolg dat er veel vocht en zouten verloren gaan. Hierdoor raakt het paard uitgeput. Bij teveel zoutverlies, vermindert ook het dorstgevoel bij het paard. Hierdoor vult het paard niet meer aan wat het nodig heeft aan vocht. De doorbloeding van de huid en spieren komt hierdoor in gevaar. Het afkoelproces raakt zo nog verder verstoord en de spieren verzuren. Paarden met uitputting en hitteshock hebben een lichaamstemperatuur van boven de 40°C, zweten niet meer ondanks de hoge temperatuur, vertonen een oppervlakkige ademhaling met hoge frequentie, dronkemansgang, zijn koliekerig en de opgenomen huidplooi in de hals blijft meer dan 5 sec.staan. De slijmvliezen kunnen paars zijn in plaats van roze.

EHBO_slijmvliezen

Erg belangrijk is om deze dieren direct snel af te koelen. De lichaamstemperatuur moet zo snel mogelijk naar beneden, aangezien een dier kan bezwijken aan een hitteshock. In dit geval dient het paard zo snel te worden gekoeld met koud stromend water. Het water niet verwijderen met een zweetmes en geen natte handdoeken op het paard leggen. Deze warmen namelijk op en belemmeren hiermee het afkoelproces. Tussen het koelen door, moet er met het paard gestapt worden om de doorbloeding in de huid te stimuleren. Vervolgens een halve emmer water aanbieden om te drinken. Daarna weer opnieuw beginnen met afspoelen, afstappen en drinken geven. Op deze manier doorgaan tot de temperatuur tussen de 38 en 39°C komt. Als het paard niet wil drinken, kan door de dierenarts een infuus worden gegeven om het vochtgehalte aan te vullen.

Om een paard in nood goed te kunnen helpen, is het belangrijk om te weten hoe een gezond paard eruit ziet, weten welke aandoeningen spoedeisend zijn, altijd rustig te blijven, veiligheid van mens en paard voor ogen te houden en de aanwijzingen van de dierenarts op te volgen.

Inhoud EHBO-koffer

Lijst met belangrijke telefoonnummers, zoals die van dierenarts Goede verbandschaar
Noodhalster/lang touw Leukoplast
Praam Bandages
Scherp mes Betadine-jodiumoplossing
Thermometer Hoevenkrabber
Watten op rol Latex handschoenen
Katoenen windsels Zaklamp
Steriele gaasjes Coldpacks (chemische)