Vaccinaties

Vaccinatie is een manier om uw paard te beschermen tegen verschillende besmettelijke ziektes. Bij vaccinatie wordt het paard geïnjecteerd met een dood of verzwakt vaccin. Hierop maakt het paard vervolgens een immuunreactie waardoor het een afweer tegen de ziekte opgebouwd.

We kunnen tegen de volgende besmettelijke ziektes vaccineren:

Influenza en tetanus

In Nederland worden paarden routinematig gevaccineerd tegen influenza, vaak in combinatie met een vaccin tegen tetanus. Er zijn echter ook vaccins tegen enkel influenza óf tetanus verkrijgbaar. Vanuit de KNHS is het verplicht jaarlijks tegen influenza te vaccineren. Voor internationale evenementen gelden de richtlijnen van de FEI om elk halfjaar tegen influenza te vaccineren. Daarnaast is een basisvaccinatie verplicht welke bestaat uit twee vaccinaties met minimaal 21 en maximaal 92 dagen tussentijd. Belangrijk om te weten is dat uw paard niet deel mag nemen aan een wedstrijd binnen 7 dagen na vaccinatie. Veulens krijgen op 6 maanden leeftijd de eerste vaccinatie, de tweede vaccinatie met minimaal 21 en maximaal 92 dagen tussentijd en de derde vaccinatie 5 maanden na de tweede. Vervolgens wordt het veulen jaarlijks gevaccineerd.

Equine Herpes Virus (Rhinopneumonie)

Verschillende varianten van het Equine Herpes Virus kunnen zowel luchtwegklachten als neurologische klachten en abortus veroorzaken. Hierbij gaat het vaak om EHV-1 en soms om EHV-4. Vaccinatie hiertegen verlaagd de kans op klinische verschijnselen aan de luchtwegen en de uitscheiding van het aantal virusdeeltjes, hierdoor zou ook de kans op abortus verkleind worden. Vaccinatie beschermd niet tegen de neurologische vorm van EHV. Om te beschermen tegen de luchtweg variant is een basisvaccinatie nodig met 4 tot 6 weken tussentijd en daarna een halfjaarlijkse herhaling. Veulens kunnen vanaf een leeftijd van 6 maanden gevaccineerd worden. Bij drachtige merries wordt aangeraden op 5, 7 en 9 maanden dracht te vaccineren om de kans op abortus door EHV te verkleinen. Vaccinatie heeft het meeste effect als alle paarden op stal gevaccineerd worden, echter heeft ook vaccinatie van individuele dieren zin!

Droes

Droes wordt veroorzaakt door de bacterie Streptococcus equi equi en komt vooral voor bij jonge paarden of juist oudere dieren. Verschijnselen zijn luchtwegklachten, koorts en vergrote lymfeknopen. Na doormaken van de ziekte ontwikkelen de paarden een goede immuniteit die in ieder geval 5 jaar en mogelijk langer bescherming biedt. Bescherming in de vorm van vaccinatie is ook mogelijk. Deze vaccinatie wordt in het slijmvlies gegeven en is mogelijk bij veulens vanaf 4 maanden leeftijd. De basisvaccinatie is compleet na een tweede vaccinatie 4 weken later, vervolgens dient elke 3 maanden hervaccinatie plaats te vinden. Op stallen waar het risico op besmetting met droes niet groot is kan er ook voor gekozen worden om halfjaarlijks te enten, in geval van een uitbraak dienen dan alle gezonde dieren nogmaals gevaccineerd te worden om voldoende beschermd te zijn. De vaccinatie biedt geen volledige bescherming maar zorgt wel voor vermindering van symptomen bij besmetting.