VRUCHTBAARHEID (met scanbeelden)

De begeleiding van merries heeft tot doel om het juiste moment van inseminatie te bepalen en de kans op dracht zo hoog mogelijk te laten zijn. De dracht kan al op 18 dagen met een echoapparaat in beeld gebracht worden.

Merries die mogelijk hengstig zijn worden met hulp van een echo onderzocht. Aan de hand van de grootte en de indrukbaarheid van de follikel wordt bepaald of inseminatie wenselijk is. Er wordt een afspraak gemaakt voor over 2 dagen. Dit herhaalt zich totdat de merrie is geinsemineerd en de eisprong is gecontroleerd.

Ei vlak voor eisprong op eierstok

Geel lichaam na eisprong op eierstok

Baarmoeder merrie gust, niet hengstig

Baarmoeder merrie hengstig

Op 18 dagen na inseminatie wordt de merrie met de scanner gecontroleerd op drachtigheid. Indien de merrie drachtig is wordt geadviseerd de controle op 6 weken na inseminatie te herhalen. Op 18 dagen ook aandacht voor tweelingdracht om in zo vroeg mogelijk stadium in te kunnen grijpen.

Baarmoeder merrie 18 dagen drachtig

Wanneer een merrie niet drachtig is wordt indien gewenst aan de hand van onderzoek van de eierstokken opnieuw begonnen met het bepalen van het juiste inseminatiemoment en wordt de merrie om de dag onderzocht. Wanneer de baarmoeder van een merrie niet schoon is wordt een bakteriologisch onderzoek uitgevoerd. Aan de hand van de uitslag van dit onderzoek wordt de baarmoeder eventueel gespoeld.

Baarmoeder merrie 29 dagen drachtig

Baarmoeder merrie 38 dagen drachtig

Baarmoeder merrie 50 dagen drachtig

Baarmoeder merrie 105 dagen drachtig